Jan Beijering,
In 1922 wordt in Buinen (Drenthe) bij het landbouwersgezin Beijering een zoontje geboren. Ze noemen hem Jan.
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt is het gezin N.S.B.-gezind. Bij het gezin ligt dan ook 'Volk en Vaderland' op tafel, het lijfblad van de N.S.B [10]. In dat blad ziet Jan een advertentie, de SS, de elitetroepen van Hitler zoekt nieuwe rekruten met een Germaanse afkomst. Jongens met blond haar en blauwe ogen. Jan is zo'n Germaanse jongen en grijpt zijn kans.
Hij vertrekt in 1942 op 17-jarige leeftijd uit de ouderlijke woning [10] na een ruzie met zijn vader en wordt bezeten van het zwarte uniform van de Waffen SS en de manier waarop ze marcheren.
Na de oorlog wordt hij in 1945 geïnterneerd in kamp Westerbork. Later betuigt hij veel spijt van zijn foute verleden [1] en in een documentaire van RTV-Drenthe over het kamp Westerbork vertelt hij zijn relaas gedurende 1942 tot 1945 [2]. In 1950 trouwt Jan met Dirkje Drenth, een landbouwersdochter uit Nieuw Weerdinge. Hij huurt vervolgens het boerenbedrijf van zijn schoonouders.
Naar Vlagtwedde
Aanvankelijk moet Jan niets hebben van beat en disco, maar hij ontkomt er niet aan. The Fortunes, The Kinks, The Scorpions, The Cats, The Sweet, Middle of the Road en Shocking Blue komen o.a. ook naar Vlagtwedde. Daarmee verwerft hij grote regionale en landelijke bekendheid [11]. Ook uit Duitsland komen honderden bezoekers naar zijn dancing, waar hij 1500 personen kan onderbrengen, zo kunnen we in diverse kranten lezen. Een dagblad meldt dat bij een specifiek feest 500 bezoekers zijn geweest. Even later moet het dagblad door toedoen van Jan dit rectificeren: het zijn er 1500 geweest.
Oud SS-er getuigt
Beijering heeft z’n medewerking toegezegd en is bereid het team van Zuidenwind zoveel mogelijk te vertellen over zijn keuze voor de SS, opleiding en tijd bij de Waffen SS, maar ook over de latere veroordeling en internering in strafkamp Westerbork na de oorlog, over de consequenties van de keuze en hoe hij terugkijkt op die periode. "Ik ben fout geweest", geeft Beijering toe. "Stom, stom, ik heb er enorm veel spijt van. Maar terugdraaien kan ik het niet. Ik moet leven met de gedachte dat ik ooit zo’n stomme fout heb gemaakt."[10]
De Vlagtwedder zegt opgelucht te zijn dat hij zijn verhaal over die donkere periode durft te vertellen. "Ik heb schoon schip willen maken. Na mijn bekentenis is het alsof er een zware last van me is afgevallen. Wie het wil horen, vertel ik van mijn verleden."[10]
Zwarte soldaten Behalve Jan Beijering, komen ook de voormalige SS-ers Klaas Overmars, Cornelis Gravestein, Theo Zeestraten, Willem Beekmans en Kris Sol aan het woord [10].
‘NEDERLANDERS IN DE WAFFEN-SS’ wordt winnaar van het Gouden Kalf in de categorie korte documentaire. De 'hoofdrolspelers' worden bij uitstek gezien als ‘foute’ Nederlanders: Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwillig toetreden tot de Duitse Waffen-SS. Ondanks hun omvangrijke aantal zijn zij na de oorlog niet of nauwelijks in de openbaarheid getreden. Documentairemaker Joost Seelen slaagt erin zes van deze fanatieke SS-ers voor de camera te krijgen. Op onverbloemde en confronterende wijze vertellen de Nederlanders in Zwarte Soldaten over hun keuze voor de SS, over hun ervaringen aan het Oostfront en over de aantrekkingskracht van het soldatendom en het nationaalsocialisme van Hitlers Duitsland [10].
“Ik had een ploertendoder en die had ik met een riempje zo lekker om mijn hand en dan konden ze hem niet afpakken. Dus dan kregen ze klappen op hun arm en dan konden ze hun arm niet meer optillen. En dan was het gauw gebeurd. En dan kregen ze een paar klappen met die ploertendoder in hun nek en dan gingen ze plat. Ja, want ja, die joden moesten er toch uit……", vertelt één van de ‘hoofdrolspelers’ in de documentaire[10].
Waar de één nog steeds overtuigd is van de juistheid van antisemitische en racistische opvattingen van het nationaalsocialisme, worstelt de ander met de keuzes die hij heeft gemaakt: ‘Ik heb er aan meegeholpen. Ik zeg niet dat ik het wist. Want dat wist ik niet. Maar dat had ik maar wel moeten weten.’ [10]
Zwarte Soldaten toont de geschiedenis van 23.000 landgenoten die zich vrijwillig hebben gemeld bij de Waffen-SS. De interviews met de ex-SS’ers worden aangevuld met archiefbeelden van Gerard Nijssen (Andere Tijden, In Europa). Zo is een ontluisterend en onthullend psychologisch en historisch portret van een groep mannen ontstaan die vertellen alsof de gebeurtenissen van meer dan 65 jaar geleden hen nog steeds op de hielen zitten [10]. Zwarte Soldaten is mede tot stand gekomen dankzij een bijdrage van het programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Vfonds, onder regie van Joost Seelen en producent Zuidenwind Filmprodukties [10].
Jan Beijering vertelt in dit filmpje over zijn tijd dat hij geïnterneerd is geweest in kamp Westerbork in barak 67 na de bevrijding. Hij is daar zaalhoofd geweest. (Bron: YouTube, https://youtu.be/wtP9xFh9Adg, Hennie Lemein, RTVNoord, 17 febr. 2012):
Jan gaat staken
Beijering krijgt de grens open voor een liter jenever De Golden Earring, The Kinks, Heino; allemaal hebben ze opgetreden in hotel Beijering in het grensdorp Vlagtwedde. Uitbater Jan Beijering regelt dan dat de grenspost langer openblijft voor zijn publiek uit Duitsland. Ze komen met auto’s en bussen vol over de grens. Achter de zaak kan Beijering maar liefst 200 auto’s kwijt, elders lezen we dat er 300 zijn. Uit Den Haag komt protest: "Het kan toch niet dat die Beijering voor een liter jenever de grens open krijgt!"
Jan vertelt “Mijn vrouw Dirkje en ik zijn in 1950 getrouwd. We huren de boerderij van haar vader in Emmer-Compascuum. Een gemengd bedrijf met zo’n tien koeien en twintig hectare akkerbouwgrond, die we met twee paarden bewerkten. De buurman kocht een trekker.
Ik schrok ervan wat dat kostte. Dan komt er nog een ploeg bij, zei hij, een eg.... Nou, dát weet ik niet hoor, dacht ik. Dat was zo’n kapitaal! En ik wás helemaal geen boer meer. Ik kwam uit een NSB-gezin en na een ruzie met mijn vader was ik in de oorlog bij de Waffen-SS gegaan. Na een halfjaar wilde ik weg, maar ik kon niet onder het contract uit. Ik zat in Den Haag en moest nieuwe intreders een basistraining geven in commando’s opvolgen en marcheren. Na de oorlog heb ik tot 10 mei 1948 in het krijgsgevangenkamp in Westerbork gezeten, in de zwaarste barak, samen met oorlogsmisdadigers. In die jaren heb ik veel geleerd en mensenkennis opgedaan. Ik had gemerkt dat het in me zat om met mensen om te gaan. Toen die mechanisering in de landbouw opkwam, besloot ik: ik wil een café hebben.
We kochten Hotel Schober in Vlagtwedde. Er was een restaurant, hotel en bar plus een bovenzaaltje. Ik zag het als een uitdaging om orkesten te contracteren voor dansavonden. Maar ja, in zo’n grensdorpje komen geen mensen. De weg liep er dood – de grenzen sloten ’s avonds nog. Dus ik moest betere orkesten hebben dan de zalen in Winschoten, Musselkanaal, Ter Apel en Zuidlaren. Ik begon met plaatselijke bandjes en kreeg steeds meer klanten [6].
Ik bouwde overal contacten op, ook in Duitsland, en ik keek nooit naar geld. Anneke Grönloh, Willeke Alberti, The Dutch Swing College Band, Milly Scott, Ria Valk, Heino, Peter Koelewijn, The Cats, Golden Earring, The Kinks, The Fortunes, Shocking Blue en Duitse groepen als Roy Black en The Rattles: ze zijn hier allemaal geweest. Dirkje en ik verwenden de artiesten en we konden ze altijd zó bellen, zonder tussenkomst van managers. We hadden op die avonden 1.000 gasten. Er was nog geen tv en mensen wilden de artiesten in levende lijve zien.
Als ik Duitse artiesten had, dan adverteerde ik in de Deutsche Zeitung. Zij schreven er een verhaaltje bij. De grens bij Bourtange ging ’s avonds al om zes uur dicht en die bij Bellingwolde om negen uur. Als bijvoorbeeld de populaire Blue Diamonds kwamen, dan schreef ik het douanehoofdkantoor in Willemshaven een verzoek om de grens tot half één open te houden. Zelf vroeg ik de grensbeambten wie er dan wilde staan. Dat deden ze graag, zeker als ze vrijkaarten kregen. Een journalist van een krant uit het westen heeft er eens over geschreven. Toen een ambtenaar uit Den Haag dat las, kregen ze in Bellingwolde te horen: het kan toch niet dat die Beijering voor een liter jenever de grens open krijgt! Ik heb meteen die journalist gebeld. Die heeft de zaak in Den Haag gesust.
Mijn oorlogsverleden heeft onze populariteit niet in de weg gezeten. Ik besefte dat ik ‘fout’ geweest was en voelde wel angst voor reacties daarop. Tenslotte zijn er mensen die in de oorlog bijvoorbeeld kinderen hebben verloren en van Jodenmensen kan ik me het voorstellen: dat komt nooit meer goed. Maar toen ik uit krijgsgevangenschap kwam, werd ik in mijn dorp op de schouder geslagen. “Fijn, Jan, dat je er weer bent!” De mensen hebben er tegen mij nooit iets over gezegd. In Vlagtwedde waren ze blij met me: ik was een enorme organisator, had altijd nieuwe ideeën en bracht leven in de brouwerij [6].
Voor onze jonge klanten - Groningers, veel ‘Drenties’ en Duitsers - speelde de oorlog niet meer. Sowieso hebben grensmensen geen hekel aan Duitsers. De contacten over en weer zijn er altijd geweest en die zijn gebleven. Duitse jongeren die bij ons kwamen dansen gingen normaal gesproken om zes uur de grens bij Bellingwolde over en reden via Nieuweschans weer terug. Bij ons liep alles door elkaar, iedereen kon elkaar verstaan en ik hoorde wel eens over verkeringen tussen Nederlandse en Duitse jongens en meisjes. Mensen in het grensgebied zijn allemaal gelijk en de plattelandsbevolking hier heeft geen kapsones.
Kijk, dit beeldje heb ik in 2004 van het Duits muziekorganisatiebureau DICRAN gekregen. Hier staat het: Jan Beijering, für sein lebenswerk ‘Musik ohne Grenzen’.
In 1974 zijn we ermee opgehouden. Jongeren zeiden: wat dustoe met dei olle muziek? Om populair te blijven bij de plaatselijke bevolking moest er een disco komen en een bowlingbaan en dat kostte een half miljoen. Dirkje en ik waren moe van het dag en nacht werken. Ik zou het gedaan hebben als mijn zoon de zaak had willen overnemen. Maar die had andere interessen" [7].
Beijering houdt van zijn artiesten, maar...
Bezoekers dragen Jan Beijering op handen
Noordelijke orkesten strijden op het kampioenschap
Boer Koekoek en 'boer' Jan
Wie denkt, dat er bij Beijering alléén lekker kan worden gegeten, geslapen en gedanst, heeft het helemaal mis. In de jaren zestig komt Hendrik Koekoek, voorzitter van de Boerenpartij, naar hotel Beijering om over zijn partij en landspolitiek te praten. De titel van Jans advertentie luidt: 'Boer' Beijering presenteert Boer Koekoek' [21]. Daarbij komt uiteraard ook de wrevel van boer Koekoek tegen het Lanbouwschap aan de orde. Helaas is Koekoek wel te laat in de zaal aanwezig, bijna drie kwartier. Koekoek meent dat hij daar geen schuld aan heeft. De wegen naar Vlagtwedde zijn veel te smal. Hij vindt dat er vierbaans wegen moeten komen en dat dit best uit de belastingpost betaald kan worden [17].
Meer activiteiten bij Beijering
De volgende artiesten en bands die hebben opgetreden bij Beijering heb ik in diverse kranten op Delpher kunnen vinden, waarbij ik niet garandeer dat dit ze echt allemaal zijn....
Bij hotel Beijering zijn bijna dag en nacht activiteiten Op zondag 30 januari 1974 zijn er opnamen voor de VARA rubriek 'Uit', 's Avonds van 21.45 uur tot 22.10 uur [18]. Een eigenaardig verschijnsel vindt plaats op 28 december 1974 als scheidsrechter Frans Derks en voetballer Willem van Henegem als zangduo optreden. Beijering zelf maakt dit echter niet meer mee, want eerder dat jaar heeft hij zijn zaak verkocht aan Piet Moorman [19]
Beijering wordt nooit vergeten
immers een begrip geworden in Nederland, maar ook ver in Duitsland. Bij Beijering hebben artiesten met internationale faam opgetreden en altijd in een bomvolle zaal, zodat echt dansen bijna onmogelijk was. Beijering is dan ook meer geweest dan alleen een dancing in de jaren zestig. "Dansen bij Jan, dat was een happening", schrijft Harry Wubs in het Nieuwsblad van het Noorden op 14 december 1979. In zijn hart is het na de verkoop toch nog altijd 'zijn bedrijf' gebleven. Dat is ook geen wonder "Gert en Hermien Timmerman hebben 67 keer opgetreden en altijd voor een volle zaal" [22]. Deze volle zalen met veel jonge mensen hebben er ook voor gezorgd dat de dancing een beetje fungeerde als een soort huwelijksburau. Jan en Dirkje krijgen in die tijd soms trouwkaarten van mensen, waarvan ze de naam niet eens hebben geweten, maar de gezichten wel [22].
Niet achter de Geraniums Jan blijft na de verkoop echter niet achter de geraniums zitten, maar blijft bemiddelen tussen artiesten en zaalhouders en verder wordt hij directeur van hotel Dopper te Stadskanaal [9]. Jan en Dirkje gaan na een aantal jaren in Borger gewoond te hebben, terug naar Vlagtwedde. Heimwee roept ze terug naar hun oude stek.
In een advertentie op 30 juni 1982 (zie boven) vraagt Jan Beijering, die dan in de Wilhelminastraat 21 te Vlagtwedde woont, naar adressen en telefoonnummers van Boerenkapellen, waar op dat moment veel vraag naar is [20].. Jan overlijdt op 14 februari 2012 als hij 90 jaar oud is [4]. Dirkje is op 4 januari 1986 al op 65 jarige leeftijd in Vlagtwedde overleden. In haar overlijdensadvertentie lezen we 'Zij was de gastvrouw voor iedereen' [26].
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Filmpje gemaakt vlak voor het overlijden van Jan Beijering door RTV Noord, Verhalen Van Een Plek, strafbarak interneringskamp, verslag Reinder Smidt, ook op Youtube, 18 juni 2014 (https://youtu.be/wtP9xFh9Adg):
|